Ik sta op
Zie degene die ik lief heb met hun ogen dicht in slaap
En ik zie
Hoe het langzaam licht wordt
De zon komt op, achter de berg in de Kaap
En ik zie
Ik zie wat ik heb en ik lach om alles wat ik dacht en deed
Het wordt een mooie dag, en achter de heuvel wacht de zee
Wat een leven
Ik laat de krant voor wat het is, ik laat het nieuws voor later
Ik doe de gordijnen open, het licht valt op jou door de ramen
Ik dank de hemel en de aarde
Refrein:
Je zoekt het soms te ver, en je zoekt het soms te groot
Terwijl het voor je voeten ligt, precies daar waar jij nu loopt
Zo dichtbij, maar je gaat er aan voorbij
Er zit een soort van poëzie
In het koken van het water voor de thee
En in het open zetten van de ramen
Met de wind die binnenwaait van overzee
En die zonder iets te vragen, zichzelf geeft
Mijn ogen worden minder
Maar dat soort dingen zie ik beter
Nu ik samen met jou leef
Wat een leven
De glimlach van een kind, doet je beseffen dat je leeft
Vroeger moest ik daarom lachen, vond het altijd een cliché
Toen wist ik nog niet, wat ik nu weet
Refrein
Ik sta op
Zie degene die ik lief heb met hun ogen dicht in slaap
En ik zie, hoe het langzaam licht wordt
De zon komt op, achter de berg in de Kaap
Meld je aan en ontvang het Stef Bos-nieuws als eerste in je mailbox.