Ik sta in een droom
oog in oog met een stad
waar niemand wil wonen
waar geen mens wordt verwacht.
De poort gaat open
Ik sluit mijn ogen.
Ik volg mijn gedachten
en ik word meegenomen
Door een man met een masker
en handen van steen.
Hij wijst de weg naar het water
en hij laat mij alleen.
En ik val in een maalstroom.
Draai langzaam naar binnen
en ik weet dat het goed is
want ik zoek naar het midden.
En ik laat alles los,
wie ik was,wat ik zocht,
En ik keer mij naar binnen
om opnieuw te beginnen.
Ik zie twee doorboorde handen
Veranderen in twee landen
En een vloedgolf uit de zee
Sleurt alles met zich mee
En Babylon brandt &hellip&hellip.En de toren die valt
En soldaten met zwaarden zoeken
Naar een kind in een stal
En de man met het masker
En handen van steen
Stijgt op uit het water
En hij zegt je bent niet alleen
En ik val in een maalstroom.
Draai langzaam naar binnen
en ik weet dat het goed is
want ik zoek naar het midden.
En ik laat alles los,
wie ik was,wat ik zocht,
En ik keer mij naar binnen
om opnieuw te beginnen.
Mijn moeder staat voor mij.
Ze vraagt mij ten dans
En ze komt dichterbij
En ik reik haar de hand
Maar ze valt uit elkaar
en verandert in stof.
En opeens is het feest in de stad.
En een vrouw die ik lief heb gehad
staat boven op een toren
en ze kijkt naar beneden.
En ze springt en ze schreeuwt:
&lsquoLeve het leven!&rsquo
En ze laat alles los, wie ze was,wat ze zocht,
En ze keert zich naar binnen om opnieuw te beginnen.
En ik laat alles los,wie ik was,wat ik zocht,
En ik keer mij naar binnen om opnieuw te beginnen.
Meld je aan en ontvang het Stef Bos-nieuws als eerste in je mailbox.