Het buigen van het riet, de waterlelies
De wolken in de helderblauwe lucht
Een kerktoren in de verte in de regen
De stilte op het water en de rust
Een boot laveert tegen de stroom in
De schipper aan het roer gaat overstag
En ik voel de winter daar in de verte
Het is een mooie herfstdag
En in de armen van het water
Kan ik slapen
In de armen van het water
Kom ik thuis
Met de stroom mee vind ik altijd weer een haven
In de armen van het water
Kom ik thuis
Ik was de weg kwijt in het noorden
Door mijn eigen schuld misschien
Maar op het land liep ik verloren
Kon de horizon niet meer zien
Vluchtte voor mijn eigen schaduw
Was gevangen in een web
Ben de maalstroom uitgekomen
En ben eindelijk op weg
Ik ben eindelijk op weg
En in de armen van het water
Kan ik slapen
In de armen van het water
Kom ik thuis
Door de stroom
Voel ik mij gedragen
In de armen van het water
Kom ik thuis
In de armen van het water
Kom ik thuis
Meld je aan en ontvang het Stef Bos-nieuws als eerste in je mailbox.