De Hond

Ik ben een hond
Die zonder huis
Zonder haard
Zwerft door stad en land

Ik ben een hond
Ik ben niet afgericht
Ik ben gewapend
Tot de tand

Ik ben een hond
Een hond van de straat
Een bastaard
Zonder naam

Ik ben vrij om te gaan
En te staan waar ik wil
Ik laat mezelf uit
’s Avonds laat

Ik ben een hond
Die door de rest
Als de pest
Wordt gemeden

Want ik ben
Met een hok
En een baas
En een bot
Niet tevreden

Ooit waren wij de jagers
Ooit waren wij de wolven
Wij zijn niet gemaakt
Om iemand te volgen

Dus ik ben geen geslagen hond
En ik ben geen brave hond
Ik ben een hond
Die van geen mens
Te eten krijgt
Want ik blaf niet
Maar ik bijt

Jij bent een teef
Zolang ik leef ben jij
Een teef
Elke loopse hond
Liep achter je kont aan
Jij dacht niet aan mij
Je liet ze begaan

Jij bent een teef
Een loopse teef
Om wie ik niets
Niets meer geef
Ga naar een ander
Een Vlaamse bouvier
Een golden retriever
Ik zit er niet mee