Kaartenhuis – 180 gr vinyl – 1e Ltd oplage incl. CD in wallet

 32,50

Het vinyl is weer van zware 180 gr kwaliteit, en bij de eerste gelimiteerde oplage zit de CD in een wallet bijgesloten. Release: 9 mei 2025

Tekst en muziek zijn van Bos, maar context en klankkleur dankt hij aan veel meer mensen. Producer Jo Francken zocht een directe ongepolijste sound. Tom Van Stiphout speelt de akkoorden onder de woorden. Ruben Block (Triggerfinger) schildert met zijn gitaar een sfeer van ruis en feedback aan de horizon. Strijkers en blazers en andere muzikale gasten maken vervolgens op het canvas van schetsen een schilderij.

‘Alles blijft dicht op de huid. De stem klinkt ongepolijst. De arrangementen zijn spaarzaam. Gitaar en piano zijn prominent. Drums en bas zijn afwezig.’

Artikelnummer: 20681 Categorie:
  1. Kaartenhuis (3:55)
  2. Opeens staat alles stil (3:24)
  3. Eindeloze stroom gedachten (4:28)
  4. Leer mij 2025 (3:32)
  5. Mijn hoofd zat in de weg (2:56)
  6. Het verschil (4:15)
  7. Eindelijk ben je vrij (4:22)
  8. Vertel mij wie ik vroeger was (3:20)
  9. Het leven moet een wals zijn (3:59)
  10. Ik zing (3:56)
  11. Tijd om stil te staan (instr.) (1:33)

Beschrijving

‘Een song moet een noodzakelijke mededeling zijn die persoonlijk is en tegelijk universeel’. Zo vat zanger en schrijver Stef Bos zijn vak samen. Die twee kanten zijn te horen op zijn nieuwe album Kaartenhuis. En te zien tijdens zijn tournee ‘Tijd om stil te staan’, die in het voorjaar van 2025 in Nederland en Vlaanderen door de theaters trekt.

Een kaartenhuis blijft staan zolang je die kaarten voor de borst houdt. Laat ze los, speel ze uit, zingt Bos. Het kaartenhuis valt dan wel in elkaar, maar daarachter ligt een open weg, de vrijheid van het uiteen gaan, de vredeswens zonder garantie, het waagstuk van het onbestemde.

In ‘Opeens staat alles stil’ hangt alles aan een zijden draad. Besef je de kracht van de kwetsbaarheid, als zoon en vader hand in hand slapen, in een ziekenhuisbed waarin het kind overleeft.

Of ben je wakker, met een ‘Eindeloze stroom gedachten’. De open opties van de weemoed. Het knagende ‘wat, als’. ‘Want dat wat nooit gebeurd is, gaat ook niet voorbij.’

‘In ‘Leer mij’ wordt mij uitgelegd hoe ik, hark van de bovenste plank, kan dansen. En degene die mij dat onderwees, is een tot de nek verlamde vrouw die ik ooit ontmoette. Ik zag zelden iemand die zo vrij was.’

In ‘Het verschil’ wordt de tegenstelling gevierd. De stilte en de storm, het vroeger en het later, ze zijn onafscheidelijk, ook al schuurt het elk moment. Zoals in ‘Eindelijk ben je vrij’, waarin de blinde Sterre jong gestorven te kijk staat, als ‘baken in de nacht.’

Het kaartenhuis brengt Stef Bos thuis. Want in de geodriehoek van zijn leven vormen Veenendaal, Kaapstad en Wachtebeke de ankerpunten. De Veluwse Vallei vloog via Vlaanderen naar Zuid-Afrika.

Daar was Bos ooit in gesprek met een wijze vader. ‘Die zei, Stef, het leven moet een wals zijn, geen mars.’ Zo’n zin start in mijn hoofd dan meteen een nieuw lied. ‘Ik zing zolang ik ademhaal.’

Herman Veenhof